maandag 12 februari 2018

Boekweitboterhammen



“ Is Giacomo kwaad? Heeft iemand hem iets miszegd?”
“Nee Nathalie” zegt Jeanne opgewekt. 
“Toch is er iets met hem.”
“ Er is altijd iets met hem.”
“ Ik heb speciaal voor hem filet américain gekocht.”
“Hij zal het ook niet eten.”
“ Toch wel. Dit keer moet hij.”
Jeanne antwoordt niet meer. Nathalie zou beter moeten weten. Giacomo eet nooit elders, nooit in een restaurant, nooit bij kennissen (vrienden hebben ze niet en dat is maar goed ook). Als de omstandigheden hem, zoals vandaag, in het nauw brengen, zal hij tegen elk beter weten in, zijn boekweitboterhammen bovenhalen. Boekweit, gestoofd zeewier, ongepelde rijst, nooit suiker, suiker is puur vergif, en als je absoluut wil drinken, drink dan gefilterd zeewater.
Drie maanden lang, in het begin van hun huwelijk, heeft Jeanne aan dat regime meegedaan, zij heeft zich voelen uitdrogen, verschrompelen. Maar dat is het nu juist, zeiden Giacomo en zijn medeplichtigen, je laat je totaal misgevoederd lijf uitdrogen, het lijf laat zijn gifstoffen los, je lichaam wordt totaal ontsmet. Maar als je ziet hoe Giacomo’s lichaam ontsmet is, dan vergaat je zin wel.
Af en toe ving zij de walg in zijn blik op als zij spek met eieren at, zij slikte dan, hapte blijer en smeerde dik boter op haar brood, loerde, dronk wijn met gulzige teugen. Zij werd niet dikker. Vanwege de zenuwen waarschijnlijk.


Uit: Omtret Deedee
Hugo Claus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten