vrijdag 23 februari 2018

Tandpastatubes




( Boeren de heel lange vrieswinter opgesloten in hun keukens in de scherpe lucht van karnemelk en varkensvoer, boeren, oude en jonge te midden van de rapenvelden, waarover ijsvlekken liggen, zien haar wandelen langs de witgepoederde weiden, ook de boeren die met paarse konen en gesteven hemden en zwartlaken pakken uit de kerk komen, zien haar stappen, zij, mollig, zoals zij verkiezen dat een vrouw is, op haar hoge hakken, in haar nauwsluitende jurk die kleeft aan haar nachtblauwe gaine in elastische vyrène die kleeft aan haar rubberen huid, en in hun boerenhersenen tollen haar lichtpaarse kousen zonder naad en zij blazen stoom uit hun neusgaten, de roede scheurt hun zwartfluwelen gulp, zij blaffen naar elkaar.)

( Twaalf boeren zitten in de kerk. Zij buigen gezamenlijk het hoofd, maar onder hun tandenborstels van wenkbrauwen, onder de rode kloven van hun voorhoofd planten zij hun blikken, een veelvuldige wekroep, in haar vel en in haar dons en in haar vacht. Onder de zilveren horloges aan de ketting, tussen gebedenboeken en trillerige knieën in zwart glimmend laken richten zich hun reusachtige tandpastatubes op, Allelujah, zeker! Zij zingen en de wierook die haar omhult wordt verdreven, zij wordt zichtbaar en kronkelt en vangt van heinde en ver het schroot der mannen op.)

Uit: Omtrent Deedee
Hugo Claus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten