zondag 15 oktober 2017

Jong



Het komt wel vaker voor dat ik iemand voor het eerst ontmoet en mij dan afvraag of ik verliefd op die man kan worden. Als ik dat doe hoeft het al niet meer, want dan word ik het niet. Daniël Daalmeyer was mooi op een manier die ik pas door de ogen van andere vrouwen heb leren zien. Zoals een ander in de loop van zijn leven moderne kunst, Afrikaanse vruchtbaarheidsbeelden of gedichten mooi leert vinden, zo heb ik naar de schoonheid van mannen moeten leren kijken. Ik had daar uit mijzelf geen oog voor.
Vanaf de dag dat ik scholen bezocht waar de klassen uit zowel meisjes als jongens bestonden, hadden mijn vriendinnen er mij op moeten wijzen dat iemand verliefd op mij was. Ik had niets in de gaten, omdat ik aan de jongens in de klas nauwelijks aandacht schonk. Meestal was ik verliefd op de meester. Meesters waren zelden mooi, maar ze wisten veel en hadden boeken gelezen. Omdat de liefdes heimelijk waren en ik ze verzweeg voor mijn vriendinnen, kon ik hen nooit duidelijk maken waarom ik op mijn beurt nooit verliefd werd op de jongens die op mij verliefd waren. Hij had toch zulke mooie ogen, zeiden ze, zulk snoezig krulhaar, zo’n guitige lach. Daarna zag ik pas dat de jongen inderdaad alles bezat wat mij door de meisjes beschreven was, maar hij ging er in mijn ogen toch niet op vooruit. Hij had het gebrek waardoor hij voor mij niet begerenswaardig kon worden: hij was jong.
Daniël had donkerblond, sluik haar. Het viel telkens naar voren als hij zijn hoofd bewoog. In het midden zat een scheiding en als het haar als een gordijn voor zijn ogen viel, trok hij de twee zware, uiteenvallende lokken met een hand naar achteren, waar ze dan op zijn schedel rustten om daarna weer naar voren te vallen. Zijn gezicht was smal en van een grote regelmaat. Twee uitstekende jukbeenderen en de wat amandelvormige ogen gaven hem een Indiaans aanzien, waar een gave, goudgele teint dapper aan meewerkte. Daniël Daalmeyer was jong.
Jong is geen woord dat opgaat voor de jaren, want Daniël Daalmeyer was ouder dan ik.
Jong is een oordeel.

Uit: De Wetten
Conny Palmen
Prometheus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten