donderdag 21 augustus 2014

Twee graven




Na de dood van zijn vader reisde Stoner in de weekends zo vaak hij kon naar de boerderij. En elke keer als hij zijn moeder zag, zag hij dat ze dunner was geworden, bleker en stiller, totdat alleen maar haar ingevallen heldere ogen nog leken te leven. Tijdens haar laatste dagen  sprak ze helemaal niet meer tegen hem. Terwijl ze op het bed lag, lichtten haar ogen een beetje op als ze omhoogstaarde, en nu en dan kwam er een lichte zucht over haar lippen.
Hij begroef haar naast haar echtgenoot. Toen de dienst voorbij was en de paar rouwenden waren vertrokken, stond hij alleen in de koude novemberwind naar de twee graven te kijken, het ene geopend voor zijn last en het andere met aarde afgedekt en begroeid met een dun laagje gras. Op het kale, boomloze lapje grond waar anderen zoals zijn moeder en vader lagen, draaide hij zich om en keek  over het vlakke land in de richting van de boerderij waar hij geboren was en waar zijn moeder en vader hun jaren hadden doorgebracht. Hij dacht aan wat de grond jaar in jaar uit had gekost. En die bleef wat die was geweest - wat minder vruchtbaar misschien, met wat minder opbrengst. Niets was er veranderd. Hun leven was in vreugdeloze arbeid gesleten,hun wil gebroken, hun verstand gedoofd. En langzaamaan, in de loop van de jaren, zouden ze door de aarde worden opgenomen. Langzaam zouden de grenenhouten kisten met hun lichaam door vocht en schimmel worden aangetast, langzaam zou hun vlees worden geschonden, en uiteindelijk zouden hun laatste overblijfselen zijn weggeteerd. En ze zouden een betekenisloos deel van diezelfde stugge grond uitmaken waaraan ze zich lang geleden hadden gewijd.


Uit: STONER
John Williams
Lebowski Publishers   Amsterdam 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten