vrijdag 19 mei 2017

Weduwe



Maar ik had het over de telefoon. Zoals ik al zei, hij gaat vaak. Ze willen niet dat ik alleen zit, ze willen mij niet laten denken dat ik in hun ogen onaanraakbaar ben geworden omdat de dood mijn huis heeft bezocht. Ze willen dat ik erover praat. Ik mag huilen, graag zelfs, zodat ze kunnen laten zien dat ze mijn ontroostbaarheid aankunnen. Er is blijkbaar niets zo zuiverend voor het gevoel van eigenwaarde als helemaal aan de afgrond van andermans verdriet gaan staan en laten zien dat je niet duizelig wordt. Hier krijg je niet te horen dat het leven verder gaat. Hier is ruimte om te jammeren en te huilen, ik hoef de kraan alleen maar open te draaien. Ik merkte het al tijdens de begrafenis, die te lange, te veelzeggende blik of juist andersom, een gemaakte normaliteit, alsof ze mij wilden laten zien dat ze best wisten dat er geen woorden voor waren.
 Natuurlijk ben ik onrechtvaardig. Wat moeten de mensen met iemand die is achtergebleven? Ze doen wat ze kunnen, maar het probleem is dat ik in sociale verbanden het liefst met rust word gelaten, terwijl ik in de diepe nacht met rotsvaste zekerheid alleen ben, steeds als ik een omhelzing goed zou kunnen gebruiken.



Uit: Vaak ben ik gelukkig
P.C. Grondahl
Meulenhoff

Geen opmerkingen:

Een reactie posten