maandag 1 juli 2019

In bad.



 En nu een lekker bad: een schone kuip vol water, koel email, de zachte lauwe straal. Dit in mijn lichaam.
Hij zag zijn bleke lichaam er al helemaal inliggen, bloot, in een warme moederschoot, gezalfd met geurige smeltende zeep, zacht omspoeld. Hij zag zijn romp en ledematen, door water overrompelrimpeld en gedragen, licht dobberend, citroengeel; zijn navel, knop van vlees; en zag de donkere, verwarde krullen van zijn schaamhaar drijven, drijvend haar van de stroom om de slappe vader van duizenden, een doezelig drijvende bloem.

Uit: Ulysses
James Joyce
Vert: Paul Claes en Mon Nys

De Bezige Bij

Geen opmerkingen:

Een reactie posten