‘s Avonds aten ze in het hotel, waar de elektrische kroonluchters golven van licht in de grote eetzaal verspreidden zodat deze een reusachtig en wondermooi aquarium werd, tegen welks glazen wanden de arbeidersbevolking van Balbec, de vissers en ook de kleine burgerhuisgezinnen, onzichtbaar in het donker, hun neuzen platdrukten, om te kijken naar het langzaam in gouden golven wiegende luxeleven van deze mensen, dat voor de armen even merkwaardig was als dat van zeldzame vissen of weekdieren (en de grote sociale vraag is of de glazen wand altijd het feest van de wonderdieren zal beschermen en of de onbekende mensen die begerig in de nacht rondspieden, hen niet op een dag uit het aquarium zullen halen en opeten)
Uit: Op zoek naar de verloren tijd
Marcel Proust
De Bezige Bij Amsterdam
Geen opmerkingen:
Een reactie posten