zaterdag 25 mei 2013

Vergroeid





Je strekt je 's avonds in de donkere kamer naast haar uit, je weet dat zij al half is weggedoezeld.  Toch druk je zacht je koude linkerhand in haar lauwe linkerlies. Zij zal niet schrikken. Na een minuut of zo verlegt zij zich en drukt haar linkerbeen tegen je rechterdij. Zo dommelen jullie in, vierbenig gevangen in dezelfde slaap en vrij.
Na meer dan twintig jaar heeft zich jouw lichaam haar reflexen eigen gemaakt, heeft zij jou opgenomen in de bewusteloze motoriek van haar dromende bloed. Twee lichamen, zo met elkaar vertrouwd dat zij in dat kalm kantelende moment vlak voor het inslapen, met elkaar vergroeien tot een compacte, vederlichte, adembenemende duik in het donker.



Uit: Dagboek van een dichter
Leonard Nolens
Querido Amsterdam

zondag 12 mei 2013

De moeder



Ik ben niet, ik ben niet dan in uw aarde.
Toen gij schreeuwde en uw vel beefde
Vatten mijn beenderen vuur.

(Mijn moeder, gevangen in haar vel,
Verandert naar de maat der jaren.

Haar oog is licht, ontsnapt aan de drift
Der jaren door mij aan te zien en mij
Haar blijde zoon te noemen.

Zij was geen stenen bed, geen dierenkoorts
Haar gewrichten waren jonge katten,

Maar onvergeeflijk blijft mijn huid voor haar
En onbeweeglijk zijn de krekels in mijn stem.

‘Je bent mij ontgroeid’, zegt zij traag mijn
Vaders voeten wassend, en zij zwijgt
Als een vrouw zonder mond.)

Toen uw vel schreeuwde vatten mijn beenderen vuur.
Gij legde mij neder, nooit kan ik dit beeld herdragen,
Ik was de genode maar de dodende gast.

En nu, later, mannelijk word ik u vreemd.
Gij ziet mij naar u komen, gij denkt: ‘Hij is
De zomer, hij maakt mijn vlees en houdt
De honden in mij wakker.’

Terwijl gij elke dag te sterven staat, niet met mij
Samen, ben ik niet, ben ik niet dan in uw aarde.
In mij vergaat uw leven wentelend, gij keert
Niet naar mij terug, van u herstel ik niet.


Hugo Claus
uit:  De Oostakkerse gedichten

De Moeder, gezegd door de Meester zelf
http://www.youtube.com/watch?v=m3m8piCE2LA

donderdag 2 mei 2013

Een dag als geen ander








Zo is het hier elke dag: de bloemen
gaan de perken te buiten, bomen
waaien in het honderd, en van overal
stroomt klaarte toe
als volk voor een voetbalwedstrijd.
Reeds komt de zon het terrein op-
gelopen , stralend van zelfvertrouwen. 

En even  sterk zijn hier de minnaars
hun speelse kussen bewerken de realiteit
als boeren het land,
een hele werkelijkheid kunnen zij
in hun armen dragen.

Ik hou van deze tuin.
Als ik ooit uitwijk neem ik hem mee.
Ik zal zijn naam noemen
en hij zal me volgen.


Naar "Een dag als geen ander"
uit " De lenige liefde"
Herman de Coninck

zaterdag 20 april 2013

Parabel van de haan




Haan, als de krop in je keel
Is gesprongen, je strot heeft gebloed
Van het roepen, als langzaam de deur
Opengaat en je liefde daar staat
En zich aanbiedt, daar staat en zich prijsgeeft
Als verte, met schreeuwend het rood
Van haar mond die een dood is , met flemend
De klauw van haar stem die zo bloot is,

Kijk uit, kijk dan uit, dat het nat
Van haar blik je niet sleurt in zijn diepte,
En pak haar van achteren, wring
Je vingers vlug tussen haar tanden,
Dat liefde niet spreke, niet breke,
Ach haan, zich niet wreke voorgoed.

En verzink nu je hoofd in haar lenden.
Bedek je gezichten met afstand.



Leonard Nolens
uit " Dagboek van een dichter"  blz 499


Missenburg woensdag 17 november 1993
Als mijn leven schrijven is, dan is dit gedicht een deel van mijn leven en dus mijn hele leven. Als ik de ontstaansgeschiedenis van  "Haan" wil schrijven, moet ik mijn leven overdoen, dus ook de levens van iedereen met wie ik direct en indirect mijn leven heb gedeeld en deel.
Elk woord staat  voor een ander woord, zoals ik sta voor een ander.  "Haan" is het unicaat van mijn inwisselbaarheid.

Uit: "Dagboek van een dichter" blz 500

zondag 14 april 2013

De marginale stad



De jonge dokter formuleerde zijn gedachten over de ouderdom en verklaarde dat hij meende dat de wereld vlugger zou vooruitgaan zonder de last van de bejaarden. Hij zei: "De mensheid gaat, net als legers op veldtocht, vooruit met de snelheid van de langzaamste." Hij voorzag een menselijker en daarom ook beschaafdere toekomst, waarin de oude menselijke wezens in marginale steden apart werden gezet vanaf de leeftijd dat ze niet meer voor zichzelf konden zorgen, om hen te behoeden voor de schande, de ontberingen en de ontstellende eenzaamheid van de oude dag.
Van uit medisch oogpunt, volgens hem, kon de leeftijdgrens op zestig jaar worden getrokken. Maar voordat men zulke graad van naastenliefde kon bereiken was de enige oplossing tehuizen te voorzien waar de bejaarden elkaar troostten, elkaar vonden in hun voorkeuren en afkeuren, in hun verkeerde gewoontes en hun droefheden, veilig voor de natuurlijke tweespalt met de volgende generaties.
Hij zei: " Oude mensen zijn bij andere oude mensen minder oud.'


Uit : Liefde in tijden van cholera
GabriĆ«l Garcia Marquez 

woensdag 10 april 2013

Laat alle deuren op een kier




Laat dit niet alles zijn, dit leven stil en donker
Als het maandelijkse bloeden van de vrouwen.
Laat mij van iemand zijn, maar ook niet zo volstrekt
Dat ik verdwijn, in haar, in hem, of weg moet gaan
Omdat geen mens mijn menselijk gewicht kan tillen.
Uit schrik voor mijn gezicht schrijf ik dit op.

Altijd ben ik onderweg. Ik vind geen rust
Bij mij, ben bang als jij mijn trage stap hoort branden
Op de koude tegels in de gang naar jou.
De deur gaat open. En zoenend en stom onderzoeken je lippen
De sombere man die jou zwijgend staat aan te blaffen
Met liefdesgedichten. Geef hem je bed. Laat alle deuren 

Op een kier 



uit: Liefdes verklaringen
Leonard Nolens
Querido