maandag 24 november 2014

Ongeneeslijk



Mijn vader werkte aan zijn magnum opus, mijn moeder was verbonden aan een dagverblijf voor psychiatrische patiënten. Haar beroemdste patiënt was een man die tegen een muur praatte in de veronderstelling dat dat de geheime dienst hem kon verstaan. Toen de geheime dienst niet op zijn berichten inging werd hij destructief. Zo belandde hij bij mijn moeder. Op deze man is ze gepromoveerd. Dank zij mijn moeder kwam hij erachter dat hij twintig jaar voor niets tegen een muur had gepraat. Deze wetenschap was te veel voor hem en hij stortte zich in een liftschacht. Dat wierp een smet op het promotiefeestje van mijn moeder want het was de bedoeling dat die patiënt daar de eregast zou zijn. 
Na dit incident heeft ze een paar artikelen geschreven waarin ze zich afvroeg of het wel verstandig is mensen volledig te genezen van hun waanideeën.
Mijn vader heeft zich altijd verre gehouden van de psychiatrie. Wel is hij jarenlang drie keer per week naar een therapeut gegaan, naar eigen zeggen met geen enkel ander doel dan de therapeut aan het lachen te brengen. Had de therapeut mistens één keer gelachen dan was de sessie geslaagd. Toen hij kort na zijn scheiding de therapeut tijdens een sessie niet aan het lachen kreeg, stopte hij abrupt met de therapie en raakte in een diepe depressie.
Volgens mijn moeder stond de psychiatrie machteloos als het om mijn vader ging.  Ieder mens zou dit waarschijnlijk als een belediging hebben opgevat, maar mijn vader dacht dat het een compliment was. "De eerste therapeut die mij kan genezen, neem ik op in mijn testament," heb ik hem ooit horen zeggen. En dan trommelde hij met zijn vingers op tafel.



Uit: Fantoompijn
Arnon Grünberg
Nijgh &Van Ditmar  Amsterdam.

donderdag 20 november 2014

De rat op het hobbelpaard





 Lieve Rebecca,

 Ik wil niet beweren dat ik van jou heb gehouden; misschien was dat feitelijk het enige wat ons bond, dat we er slecht in waren van anderen te houden. Dat we dachten dat we van elkaar hielden en dat we die illusie  wel prettig vonden, voor een tijdje, aan de rand van het zwembad, terwijl eigenlijk de wereld om ons draaide, en we de ander nauwelijks zagen.
 Begeerd willen worden door een nog begeerlijker prins die je pad kruist, dat is waarschijnlijk de waarheid achter al het verdriet, getob, gesnotter, de waarheid achter al dat verlangen naar de prins op het witte paard.
Ik ben de prins op het witte paard niet, ik ben de rat op het hobbelpaard. Het Theater van de Valse Hoop sluit zijn deuren.
 Ik zal je missen, en omdat ik je zal missen zal ik je haten, maar tijd heelt.
 Hopelijk dient een nieuwe grote liefde zich snel aan, heeft zich misschien al aangediend, en hopelijk brengt diegene in jouw hoofd iets van geluk teweeg. Nog mooier en beter en groter geluk.
 Dat ik geen getuige wil zijn van je toekomstige geluk kun je mij niet kwalijk nemen.

Kusjes,

Robert.



Uit: Fantoompijn
Arnon Grunberg
Nujgh & Va&n Dirmar  Amsterdam

zaterdag 15 november 2014

Zo begint dus een land.



Het is nog steeds de zee uiteraard maar je ziet dat er iets is veranderd, iets aan de kleur. De brede, lage golven deinen nog steeds even vriendelijk, er is nog steeds alleen maar oceaan, maar het blauw raakt gaandeweg bezoedeld met geel. En dat levert geen groen op, zoals je van de kleurentheorie nog weet, maar troebelheid. Het schitterende azuur is verdwenen. De turkooizen rimpeling onder de middagzon is weg, het peilloze kobalt waaruit de zon opsteeg, het ultramarijn van de schemering, het loodgrijs van de nacht: voorbij.
Vanaf hier is alles sop.
Gelig, roestig sop. Je bent nog honderden zeemijlen van de kust verwijderd, maar je weet: dit is het begin van land. De kracht waarmee de Congo-rivier in de Atlantische Oceaan uitmondt is zo groot dat het zeewater over vele honderden kilometers anders kleurt.
...
Op satellietbeelden zie je het duidelijk: een bruinige vlek die zich tijdens de piek van het moessonseizoen uitstrekt tot  achthonderd kilometer westwaarts. Het lijkt wel een lek van het vasteland. Oceanografen spreken van de " Congo-waaier" of de "Congo- rookpluim". Toen ik er voor het eerst luchtfoto's van zag moest ik denken aan iemand die zich de polsen had doorgesneden en ze onder water hield- maar dan eeuwig. Het water van de Congo, de op één na langste rivier van Afrika, spuit werkelijk de oceaan in. Door de rotsige ondergrond bleef de monding ervan relatief smal. Anders dan de Nijl ontstond er geen vredige delta in zee, maar wordt de enorme watermassa door een sleutelgat naar buiten geperst.
...
En al die partikeltjes aarde, al die afgeschuurde deeltjes klei en leem en zand drijven mee, stroomafwaarts, naar breder water. Soms hangen ze stil en glijden ze onmerkbaar verder, dan weer tuimelen ze in een dolle razernij die het daglicht vermengt met donkerte en schuim. Soms blijven ze haperen. Aan een rots. Aan een oever. Aan een roestig scheepswrak dat zwijgend naar de wolken brult en waaromheen een zandbank is gegroeid. Soms komen ze niets tegen, helemaal niets, behalve water, steeds maar ander water, eerst zoet, dan brak, ten slotte zout.
Zo begint dus een land: ver voor de kust, aangelengd met heel veel oceaanwater.


Uit: Congo, een geschiedenis
David Van Reybrouck
De Bezige Bij  Amsterdam

zaterdag 25 oktober 2014

Met een mes?




...( een vriendin, een geliefde ligt al jaren in een coma ín een verzorgingstehuis)...


Toen de roerloze, langzaam vergaande gruwel in het ziekenhuisbed voor zijn ogen verscheen, wreef hij met beide handen over zijn gezicht, alsof dat beeld op zijn huid kleefde. Hij nam een slok en had het gevoel dat hij in staat zou zijn eigenhandig een einde te maken aan het bestaan van die levende dode.
Maar hoe?
Met een mes? 
En waarom niet met een mes? Waarom, vroeg hij zich af, zou in de wereld een kreet van afschuw opstijgen als bleek dat in een of ander ziekenhuis terminale patiënten naar de kelder werden gebracht, waar zij door middel van een guillotine werden onthoofd? Of waar zij op een binnenplaats een nekschot kregen? Alleen door de associatie met executies? Of omdat daardoor al te duidelijk zou worden, dat doden doden was en niet "inslapen"?
Misschien was het uiteindelijk allemaal een kwestie van woorden. Endlösung hadden de duitsers de massamoord op de joden genoemd. Wat was er mooier dan de "eindoplossing" van iets, het definitieve resultaat, de beslissende uitkomst van de staartdeling op nul?
Daar zou hij met iemand willen over praten, over de taal als vermomming van de werkelijkheid.


Uit: DE ONTDEKING VAN DE HEMEL (blz 642)
Harry MULISCH
De Bezige Bij   Amsterdam 1994

donderdag 23 oktober 2014






Een goed najaar 


De vruchten zijn verkocht.
De boeren betalen de pacht aan de Heren.
De vliegen vallen dood op tafel. 


Het regent gulzig en de bieten glanzen.
De akkers verteren hun moederkoek
en stijf in de wolken nadert de winter. 


Morgen koop ik zeven kannen olie
en een nieuwe bril om in het boek te lezen.


Deze winter ga ik nog niet dood.





Paul Snoek
uit: Gedichten 1954-1968.
Brussel: Manteau 1969

woensdag 8 oktober 2014

Alle herstellingswerken




Ik kom Goeminne tegen. Het is te zeggen, hij passeerde mij in een splinternieuwe Buick. 'k Zeg :" De zaken gaan goed, Maurice.  Zo'n voiture voor een metselaar!" "Pardon," zegt hij, " Alle herstellingswerken!"
"Wij discuteren een beetje en hij vertelt over een terrasje dat hij moest repareren, het regende er door... Terwijl dat hij met zijn brander bezig was zag hij dat die mensen in hun slaapkamer drie vier schilderijen hadden hangen en Chinese poteries hadden staan, enfin dat zij veel beter bemiddeld waren dan hij had gedacht. " Ik ben op het dak gekropen," zei hij, " en ik heb daar de dakbedekking een snee of vier vijf gegeven met mijn mes. 'k Zeg tegen die Madame: "Madame, uw terras lekt, dat is juist, maar dat komt van uw goot." "Ah," zegt ze, "dan moet dat ook gerepareerd worden." "Ik heb er een paar lapjes op gelegd voor vijftig frank en zij heeft daarvoor zevenhonderdvijftig frank gelammerd. Als zij schilderijen in hun slaapkamer hebben, moeten ze ervoor bloeden."
Ik zeg: " Goeminne, er zijn mensen die de planken van hun kist niet waard zijn." Hij zegt: " Is't over mij dat ge 't hebt?" Ik zeg: " Ik spreek in het algemeen. Wie 't schoentje past."


Uit: Het verdriet van België
Hugo Claus
De Bezige Bij Amsterdam 1983

vrijdag 5 september 2014

Weet je wat ze mij hebben verteld over Europa?




Weet je wat ze mij hebben verteld over Europa? Thuis in Senegal, voordat ik op reis ging? Ze zeiden dat Europa een fort is. Dat de grenzen  zo goed worden bewaakt dat het bijna onmogelijk is om er binnen te komen. Maar dat is goed te begrijpen, want voor iedereen die binnen is, is geld gratis te verkrijgen. Je kunt naar het loket en daar wordt je inkomen geregeld dat je elke maand kunt komen afhalen zonder dat je er iets voor hoeft te doen. Iedereen in Europa loopt dan ook in dure chique pakken en draagt een gouden horloge waar ze de hele tijd op kijken, want in Europa gebeurt alles op tijd. Ze verkopen er zonnebrillen die meer kosten dan een maandsalaris in Dakar, maar iedereen draagt ze, ook al heeft niemand ze echt nodig omdat er veel minder zon is dan in Afrika. Iedereen kan zich dat gemakkelijk veroorloven. En als je wilt, kun je ook werken. Dan word je miljonair. En de banen liggen voor het oprapen en in Europa bestaan er geen zware fysieke beroepen zoals werk op het land of in de fabriek. Dat soort werk wordt door de robots gedaan. Alle mensen werken bij banken, waar ze het geld beheren dat de robots voor hen verdienen. Je hoeft alleen maar in een pak achter je bureau te zitten in een kantoor en je hoeft niets anders te doen dan naar een computerscherm te kijken waarop wordt weergegeven hoeveel geld er binnenstroomt. De banken geven ook gratis pasjes weg aan iedereen die dat maar wil waarmee je het geld van die bank uit de muur kunt trekken als je dat nodig hebt. Ook in huis wordt al het werk gedaan door computers en machines. Niemand hoeft te wassen, schoon te maken of te koken. Daar bestaan apparaten voor. Daarom heeft iedereen heel veel vrije tijd om naar voetbalwedstrijden te kijken op televisies die zo groot zijn als bioscoopschermen; En iedereen rijdt er in een Mercedes of een Jaguar, en de meeste mensen kopen al een nieuwe zodra het asbakje vol zit. De gebouwen zijn van glas en zilver. Ze hebben zelfs een speciaal soort glas uitgevonden dat is gemaakt van zilver en dat licht weerkaatst als een spiegel. Daar bedekken ze paleizen mee die zo hoog zijn als bergen. En er zoveel goud dat sommige mensen dat in hun kiezen laten stoppen, niet eens als versiering, want niemand ziet het, maar gewoon omdat het kan. En er altijd zoveel eten als je maar op kan, want ze hebben wetenschappelijke technieken ontwikkeld waarmee ze een tomaat zo groot kunnen maken als een appel, een appel zo groot als een meloen en de koeien zijn nog vetter dan nijlpaarden. De mensen in Europa eten niet alleen vlees op feestdagen, maar elke dag, zowel voor ontbijt als voor lunch als voor avondeten. Ze hebben zoveel water dat ze zich elke dag douchen. En ze douchen zich ook met parfum. Bier zit niet in flessen, maar komt gewoon uit de kraan zoals water. Wie ziek wordt, mag gratis naar het laboratorium, waar hij wordt genezen. Daar kunne ze alles. Desnoods geven ze je nieuwe lichaamsdelen als je die nodig hebt. En kunt zoveel seks hebben als je wilt, omdat alle Europese mannen kleun zijn geschapen en hun vrouwen hunkeren naar een echte pik. En je hoeft niet eens met ze te trouwen, want ze zijn geëmancipeerd, wat betekent dat het hun alleen om de seks gaat.


Uit: "La Superba"
Ilja Leonard Pfeijffer
Arbeiderspers Amsterdam Utrecht Antwerpen