zaterdag 24 juni 2017

Bloot vel en veel nabijheid.



Ik moet denken aan Louis. Aan hoe hij aan mijn deur stond, gisteren. Alsof hij in een onweer had gestaan, in open veld, uren aan een stuk, kletsnat geregend, omgewaaid, zo stond hij daar in mijn deuropening. Hij met al zijn woorden altijd, hij had er niet èèn. Ik heb hem niets gevraagd, ik heb hem meegenomen naar binnen, ik heb hem laten stamelen, ik heb zijn jas uitgedaan, ik heb hem mijn armen gegeven en een groot glas bier. Ik heb hem getroost zoals hij het liefst wordt getroost, met bloot vel en veel nabijheid. Ik heb gedacht : ik ben graag een schuiloord, en ik heb hem nog een keer gekust. We hebben in bed de niet zo lekkere pizza gegeten die ik nog in het vriesvak vond, de kruimels van elkaars lijven gehapt. Hij heeft gezegd : " ik zou u zo graag gelukkig maken." Ik heb me niet gestoord aan de voorwaardelijke wijs, omdat ik blij was dat ik iemand dat hoorde menen. Als ik daaraan denk krijg ik zin om hem van alles te geven. Koninkrijken, wereldwonderen, eindeloosheid. Ik wil hem beloven dat ik hem bijeen zal rapen als hij in stukjes uiteen is gevallen. En dat ik samen met hem onvindbaar zal zijn, als dat hem zou helpen. Dat ik mijn vermoedens niet zomaar zal geloven. Dat ik mij over hem zal blijven verbazen. Dat ik voor hem op mijn knieën zal vallen, maar dan alleen maar om te lachen. Dat ik met hem over zeeën zal lopen, en over oceanen, omdat ik wil geloven dat wij samen alles kunnen. Dat ik met hem zal schuilen voor de tornado's en hem zal leren om niet bang te zijn, als ik dat mag van hem.


Uit: Kom hier dat ik u kus
Griet Op De Beeck
Prometheus 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten