woensdag 7 oktober 2015

Zulke mensen hebben bestaan



Het was een kamer op de intensive care, zijn grootmoeder lag alleen. Het spierwitte laken liet haar armen en schouders onbedekt. Hij kon nauwelijks zijn blik afhouden van die blote, gerimpelde, wittige, vreselijk oude huid. Haar armen, die aan het infuus lagen waren met banden aan het bed vastgemaakt. Er stak een geribbelde slang in haar keel. Vanonder het laken kwamen draden te voorschijn die met registratieapparatuur verbonden waren. Ze hadden haar nachthemd uitgetrokken, en ze hadden haar niet eens de gelegenheid gegeven haar haar op een knotje te doen zoals ze al jaren lang elke ochtend deed. Met haar lange, loshangende grijze haar was het niet helemaal meer zijn grootmoeder; het was een arm schepsel van vlees, tegelijk heel jong en heel oud, dat nu aan de genade van de geneeskunde was overgeleverd.
Michel pakte haar hand vast; alleen haar hand zou hij helemaal kunnen herkennen. Hij pakte vaak haar hand vast, ook kortgeleden nog toen hij al zeventien was. Haar ogen gingen niet meer open, maar misschien herkende ze toch zijn aanraking. Hij kneep niet heel hard, hield haar hand gewoon in de zijne, zoals hij vroeger had gedaan. Hij hoopte vurig dat ze zijn aanraking zou herkennen.
Die vrouw had een afschuwelijke jeugd gehad, met van af haar zevende het zware boerderijwerk in een omgeving van alcoholistische halve wilden. Haar jeugd was zo kort geweest dat ze er zich nauwelijks wat van herinnerde. Na de dood van haar man had ze in een fabriek gewerkt en ondertussen haar vier kinderen opgevoed; midden in de winter ging ze op de binnenplaats water halen zodat het gezin zich kon wassen. Na haar zestigste, toen ze net met pensioen was, had ze erin toegestemd zich opnieuw te bekommeren om een jong kind - de zoon van haar zoon - . Ook hem had het aan niets ontbroken, niet aan schone kleren, niet aan lekker eten zondagsmiddags en niet aan liefde. Dat had ze allemaal gedaan in haar leven.
Een onderzoek van de mensheid dat een béétje volledig wil zijn, zal noodzakelijkerwijs rekening moeten houden met dat soort verschijnselen. Zulke mensen hebben bestaan, historisch  gesproken. Mensen die hun hele leven werkten, hard werkten, louter uit toewijding en liefde. Mensen die vol toewijding en liefde leterlijk hun leven aan anderen gaven en die helemaal niet het gevoel hadden dat ze zich opofferden. Mensen die zich in feite geen andere levenswijze konden voorstellen dan vol toewijding en liefde hun leven aan anderen te geven.
In de praktijk waren die mensen over het algemeen vrouwen.
Michel bleef ongeveer een kwartier in de kamer, met de hand van zijn grootmoeder in de zijne. Toen kwam een co-assistent hem waarschuwen dat zijn aanwezigheid mogelijk weldra ongewenst zou zijn. Er kon misschien nog iets worden gedaan - geen operatie, nee, dat was onmogelijk, maar misschien nog iets, er was kortom nog niets verloren.

uit: Elementaire deeltjes
Michel Houellebecq
Arbeiderspers Amsterdam Antwerpen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten