zondag 28 januari 2018

Stank



Klemmer herhaalt tegenover Erika dat ze gruwelijk stinkt en de stad zo spoedig mogelijk moet verlaten. Hij zou nog wel andere dingen over haar kunnen vertellen, maar hij wil daar zijn mond niet aan vuil maken. Het is al voldoende dat ze stinkt, hij hoeft niet ook nog te stinken. Hij zegt dat hij nu zijn mond gaat spoelen, zelfs in zijn mondholte proeft hij haar stank. Tot in zijn maag voelt hij haar ontzettende leraressenstank. Zij kan niet weten hoe weerzinwekkend haar lichaamsuitwaseming is, en het is goed dat zij zich zelfs niet eens kan voorstellen hoe hels zij stinkt.
Beiden verwijderen zich in twee verschillende richtingen, zonder het eens te zijn geworden over een gemeenschappelijk grondtoon, of zelfs een gemeenschappelijke toonaard, afgezien van het misselijk makende stinken van Erika.

Uit: De Pianiste
Elfriede Jelinek

Geen opmerkingen:

Een reactie posten