zaterdag 13 januari 2018

Het mesje

( na een speelse erotisch geladen ontmoeting...)


Overal reeds de stilte van de avond, alleen bij de beek de nachtegaal. Allen zitten te kaarten op de veranda. Vlinders fladderen halfverdoofd rond de petroleumlamp. ZIJ wordt door geen lichtkring aangetrokken. ZIJ zit alleen op haar kamer, weg van de menigte die haar vergeten heeft omdat zij zo onbelangrijk is. Haar gewicht drukt niemand neer. Uit een pakje met veel laagjes papier haalt ze een scheermesje dat ze zorgvuldig uitpakt. Dat heeft ze altijd bij zich, waar ze ook gaat of staat. Het mesje lacht als de bruidegom naar de bruid. ZIJ beproeft voorzichtig de scherpe kant, die is scherp als een scheermes. Dan drukt ze het mesje een paar keer diep in de rug van haar hand, maar ook weer niet zó diep dat het de pezen zou raken. Het doet helemaal geen pijn. Het metaal freest erin als in boter. Even gaapt een spaarpotgleuf in weefsel dat voordien gesloten was, dan raast het moeizaam getemde bloed van achter de versperring te voorschijn. Vier sneden in totaal zijn het. Dan is het genoeg, anders bloedt ze leeg. Het scheermesje wordt weer afgeveegd en ingepakt. Al die tijd drupt en stroomt helder rood bloed uit de wonden en alles wat het tegenkomt wordt besmeurd. Het druppelt warm en geruisloos en niet onaangenaam. Het is zo dun vloeibaar. Het stroomt oonafgebroken. Het kleurt alles rood. Vier spleten waaruit het voortdurend opwelt. Op de vloer en ook al op het beddengoed verenigen de vier beekjes zich tot een wilde stroom. Volg toch slechts mijn bittere tranen, het beekje neemt je dan tot zich. Er ontstaat een plasje. En het stroomt maar door. Het stroomt en stroomt en stroomt en stroomt.

Uit: De Pianiste
Elfriede Jelinek
Van Gennep Amsterdam

Geen opmerkingen:

Een reactie posten