maandag 11 maart 2019

Toeristen



Hoewel toeristen de hele tijd overal bij stilstaan, staan zij er niet bij stil hoe storend hun stilstand is voor inwoners die trachten een leven te leiden. Mensen dijen uit van vrije tijd. In plaats van zich smal en efficiënt te bewegen van vertrekpunt naar doel en van taak naar verplichting, blubberen ze in al hun hun ledigheid uit over de breedte van hele stegen. Hun richtingloosheid is als cholesterol dat de bloedsomloop van de stad belemmert en infarcten veroorzaakt. Hun bestaan is een obstakel. Hun aanwezigheid is een onverantwoorde verkwisting van kostbare ruimte. De vanzelfsprekendheid waarmee zij het recht opeisen andermans straten te obstrueren, is een gotspe. Als dank voor het voorrecht een glimp te mogen opvangen van de grootsheid en de schoonheid van een stad die ze op geen enkele manier waardig zijn, zouden ze hun bestaan tot een minimum moeten beperken en zich schuchter verontschuldigend langs de muren moeten schuren terwijl ze hun ogen neerslaan van schaamte. In plaats daarvan leggen ze wijdbeens in hun ondergoed beslag op de pleinen en stouwen de straten vol met hun horkerig massa-egoïsme.
Op de aanlegsteiger van Hotel Marconi aan Canal Grande lag een toeristenstel in zwembroek en bikini te zonnen. Ik vroeg me af of ik er iets van moest zeggen. Het stuitende feit dat zij er kennelijk geen benul van hadden waar ze zich bevonden, aan Canal Grande, de levensader van de glorieuze stad La Serenissima, op de drempel van zingende paleizen van kristal, waar met ganzenveer in schoonschrift gedachten zijn geschreven die de wereld hebben vormgegeven, in het hart van de historie en aan de bron van verfijning en raffinement, en dat zij zich dit magische oord met vadsige vanzelfsprekendheid toe-eigenden als een plek op een strand, verontwaardigde mij in hoge mate.
Ze zouden in avondkleding zwijgend van ontzag met de hoge hoed in de hand moeten opkijken tegen de geciseleerde gevels, maar in plaats daarvan hadden ze hun roodverbrande kwabben voor de deur gekwakt.

Uit: Grand Hotel Europa
Ilja Leonard Pfeyffer
De Arbeiderspers



Geen opmerkingen:

Een reactie posten