zondag 4 september 2011

Spiegelpaleis

We duiken de tunnel onder de Oosterschelde in, we zweven  over de Noordzee op de dammen van de Deltawerken, Duiveland, Neeltje Jans, Overflakkee en bereiken de vlakte van de Maas. Het immense doolhof van de haven van Rotterdam, Europoort en dan de snelweg naar Den Haag.
Het Hampshire Greenpark hotel is een paleis, zeven hoog, deels gebouwd op palen boven een stadsmeer in Leidschendam, deelgemeente van Den Haag. Aan de overzijde van het hotel een enorm winkelcentrum met parkings op de daken en parkings er rond. Twee tramhaltes die rechtstreekse verbinding geven met het centrum, met Delft en Scheveningen. Druk.
We lopen geluidloos over het dons van de tapijten in de gang. De kamer heeft een groot schuifraam dat  via het terras uitgeeft op het meer. Er spuit een fontein in het midden van de watervlakte. Er zwemmen eenden, zwanen en op een meerpaal zit een aalscholver zijn vlerken te drogen. King size bed, flatscreen tv, een geriefelijke badkamer en kasten met spiegels. Van de drukte rond het winkelcentrum is niets meer te merken.
We gaan een hapje eten in het even verder gelegen "De volle Maan", een brasserie waarvan de gelagzaal paalt aan hetzelfde meer. Broodje hete kip voor mij en slaatje met parmaham voor Haar.
We nemen de tram naar het blauwe Delft, stad aan de Schie. We stappen uit aan de molen die op de typische tegeltjes uit keramiek is afgebeeld. De molen staat in de steigers ter renovatie. Via het begijnhof bereiken we de binnenstad met zijn smalle straatjes en zijn grachten en bruggetjes. Even waan ik mij in Amsterdam en ik neem enkele foto's die je ook in de hoofdstad zou kunnen nemen. De Oude Kerk en de markt zijn heel mooi zelfs onder de klaterende regenbuien. We zoeken een schuilplaats in een café en wachten op een mogelijkheid om droog de tramhalte te bereiken. 
We eten 's avonds naast het hotel in een Oriëntaals restaurant dat een wok buffet aanbiedt en waar een Chinese kok met gevaarlijk messengezwaai vlees snijdt en roostert op de grill. "Showcooking" staat er op de menukaart. Bij kaarslicht eten we voornamelijk lekker gebakken vis en garnalen van de tepanyaki en enkele spiesjes gemarineerd varkensvlees met gebakken rijst.
Klank en lichtspel van donder en bliksem over het meer. Groots spektakel ter gelegenheid van Haar verjaardag. Het giet water.

In het spiegelpaleis beklimt de Koningin in zijde en kant Haar troon.

Den Haag is een weidse stad die op het prachtige Binnenhof de Nederlandse regering herbergt. Het is nog ochtend als we het Hof doorkruisen samen met enkele uitbundig fotograferende oudere Japanse dames. Indrukwekkende locatie.
We wandelen nog naar het paleis "Noordeinde", waar Beatrijs verblijft als haar ambt haar verplicht in Den Haag te zijn. Het kasteel is eigenlijk een indrukwekkend rijhuis, in een gewone straat. Het wordt afgeschermd met een traliehek met in gouden letters de wapenspreuk van Nederland; "Je Maintiendrai"  (Ik zal handhaven).
Tegenover het paleis houdt Willem van Oranje, in de regen, te paard de wacht. Wat verder achter de ruiter in een klein plantsoen het betonnen silhouet van Wilhelmina, de oorlogskoningin, moeder met de brede heupen. "Eenzaam maar niet alleen" staat er gebeiteld op het monument.
Aan het hek staat een werkloze ijscoman. De radioactieve dames fotograferen onvermoeibaar.
Het Plein staat vol met platen- en boekenstalletjes. Het water loopt van de plastieken geïmproviseerde dakbedekking. Men verkoopt er ook oude prenten en schilderijen. Ik koop er " De eeuw van mijn vader" van Geert Mak en een nog verzegelde cd van  " l' Oiseau de Feu" en " Le Sacre du Printemps" van Igor Stravinsky.
"Samen 4 euro", zegt de boekenman en "voor die prijs mag het je het boek zelfs twee keer lezen".
Haagse humor.
We schuilen in een café. Op de kaart een merkwaardig cocktail genaamd "Karnejus", een mengeling van karnemelk en sudderans, zoals de Hollanders zeggen. Jus d'orange dus.
Ik heb het niet geproefd...
Het café zit vol met oudere mensen keurig in het pak, de zondagse kerkdienst is net ten einde. Er hangen historische schilderijen aan de muur, waaronder enkele voluptueuze naakten en het bloederige tafereel van een matador en een stier ("Un peu de sang pour faire un peu de boue", zingt Brel in één van zijn schitterende chansons). De gereformeerden eten zuinig een puntje aardbeitaart en drinken een glaasje thee, gezellig keuvelend.
Calvinisten op leeftijd.
Calvenijnen. 
We nemen onder de aanhoudende regen tram 1 naar Scheveningen. We stappen uit aan het beroemde Kurhaus, en nemen het treintje dat je in een half uur tijd een mooi overzicht geeft van dit stadsdeel van Den Haag aan zee. De beroemde overdekte pier (nu privé eigendom van de hotel- en restaurant keten Van der Valk, de toekan in de volksmond) wordt druk bezocht. Meeuwen teisteren de omgeving. Een dame die kibbeling eet, ziet haar portie gestolen door één van die krijsende vogels in scheervlucht. De dame zoekt verschrikt dekking in een café. Net een scène uit "The Birds" van Hitchcock.
De haven is groter dan ik dacht en richt zich voornamelijk op de vissersvloot. De avenue langs de zee is een enorm bouwterrein, de grootse plannen van heraanleg worden op de schutting bijna in echte afmeting tentoongesteld. "Men wil er iets Spaans van maken" zegt de inboorling die het treintje bestuurt en uitleg geeft in het Nederlands en het Duits en voorwaar men heeft reeds palmbomen aangeplant op de promenade.
Wil men een poging doen om de Nederlandse toerist in eigen land te houden ?
No way, José ! U zal ze overal blijven tegenkomen.
We eten in het Italiaans restaurant aan het Kurhaus en moeten van het nochtans overdekte terras wegvluchten naar droger oorden. Ongewild komt er water bij de wijn. De Siciliaanse ober komt een praatje maken en we krijgen van een Amsterdams koppel tips om ons volgende bezoek aan hun stad nog aangenamer te maken.
Naast het restaurant schalt muziek. Tango festival in Scheveningen. Vijf koppels dansen. De magere dames in splitrok en op hoge hakken. Rood en zwart. Glimmend.
Melancholieke erotiek.
Onder de gutsende regen rijdt de tram ons langs de verschrikkelijke woonkazernes van de randstad naar Leidschendam terug.

In het spiegelpaleis...

zaterdag 3 september 2011

Gebed




Dood. Heb geen angst. Talm niet
voor mijn deur. Kom binnen,
Lees mijn boeken. In negen van de tien
kom je voor. Je bent geen onbekende.

Hou me niet voor de gek met kwalen
waarvan niemand de namen durft te noemen.
Leg mij niet in een bed tussen de kwijlende
kinderen die van ouderdom niet weten wat ze zeggen.
Klop mij geen geld uit de zak
voor nutteloze uren in chique klinieken.

Veeg je voeten en wees welkom.





Eddy van Vliet 
   

dinsdag 30 augustus 2011

De telbare tijd

Het was verleden maand op een van die zeldzame mooie avonden, Filip, dat we je kwamen bezoeken. Daags voordien had Ingrid ons geschreven dat het niet goed met je ging. Long neo met metastasen in het bot.
Een klop, een slag in het aangezicht, een bliksem.
Je dochter opende de deur, en jij stond bij Ingrid aan de bar, je hield haar vast met je armen om haar schouder. Ik zag een andere man dan die die ik kende. Mager nu, haast doorzichtig, je mooie grote ogen nog groter met een vroeger zelden geziene traan.
( Ik heb je enkel weten wenen de dag dat je vernam dat Birgit, een baby nog, chirurgische behandeling  moest krijgen voor een lichte hartafwijking. Je kon het niet hebben dat jouw kleine oogappel in gevaar verkeerde. Ik weet nog hoe moeilijk jij het had met jouw machteloosheid in die situatie, en ik herinner nog je uitbundig geluk toen alles nadien in orde kwam).
We omheldsden elkaar stevig (vroeger gaven we elkaar enkel een gemeende handdruk ) en je klemde je aan mij vast. Ik omarmde jouw verminderend lichaam en hield je zo stevig vast als ik durfde want ik voelde jouw breekbaar lijf. Heel even gaf je een snik en daarna was je onmiddellijk weer je sterke zelf. 
We zaten aan tafel in de veranda. Ingrid en jouw dochters hadden voor een heerlijke maaltijd gezorgd, uitgelezen Franse kazen, een schotel fijne charcuterie en voldoende witte en rode wijn.
We hebben samen gegeten, en het smaakte je duidelijk merkbaar. Je zei dat het al een tijdje geleden was dat je zo had genoten van een maaltijd.
We praatten honderduit. Het was een tijdje geleden al dat we elkaar zagen en er was zoveel gebeurd. Je vertelde van je hardnekkige hoest en dat je dacht dat je misschien een allergie had voor katten. De test werd gedaan en die viel als verwacht negatief uit ( je had al je leven lang een kat in huis en een hond kon je ook niet missen, altijd het grote soort : Brenner Senner, Ierse wolf). Maar de hoest bleef duren en na onderzoek viel de harde diagnose.
Je was even van de kaart, zei je, maar je wou zo spoedig mogelijk de behandeling starten. Chemo dus, maar die verdroeg je niet in de vorm die nodig was. Er werd noodgedwongen overgeschakeld naar een lichtere dosis. De artsen goochelden en gokten met overlevingspercentages, maar ik denk, Filip, dat je beter wist. Je liet je zelden iets wijs maken , je stond met je twee voeten stevig in het echte leven. Je doorploegde de vakliteratuur en ik ben zeker dat je in die teksten je nabije toekomst hebt gelezen.
Het was hondsmoeilijk, zei je, om te ervaren hoe snel je krachten aan het afnemen waren, om te merken hoe je kortademig werd bij de minste inspanning,  om te voelen dat je de natuur op jouw prachtig domein niet meer zelf in handen kon houden. Ik  weet, Filip, hoe graag je alles zelf deed, je bouwde eigenhandig  en geduldig je eigen huis, vroeg zelden iemand om je te helpen, je leerde alle stielen. "Ik krijg geen onkruidje meer uit de grond getrokken", zei je, " ik moet nu alles aan de anderen vragen. Zie mij nu aan".
En ondanks al je miserie slaagde je er in de avond aangenaam te doen verlopen. We raakten door de wijn wat losser en de anekdotes volgden de een na de andere. Toen praatte je nog één keer over die namiddag vele jaren geleden dat je op het werk, totaal onverwacht, het slachtoffer werd van blinde agressie. Je kreeg van een patiënt een harde rake vuistslag pal in het aangezicht. Je was alleen met hem en je hebt altijd volgehouden dat die slag webewust gepland was, doelbewust uitgevoerd, niet het resultaat van een psychotische beïnvloeding, iets wat we zo goed kenden en zoveel keren hadden meegemaakt.
Ik heb je na dat voorval zelf met de wagen naar huis gebracht. Je was fysiek gekwetst (whipplash, hoofpijn, gezwollen kaak, later stramme schouderspieren en stijfheid van de nek), maar ook psychisch had je het met die agressie erg moeilijk. Dat is nooit geheeld te meer omdat je in je werkkring nog regelmatig 
geconfronteerd werd met de aanwezigheid van de agressor. Meermaals heb je mij gezegd: "ik ben hem weer tegen gekomen en hij grijnsde in mijn aangezicht".  Er werden te weinig stappen gezet om die traumatiserende konfrontaties te vermijden. Meer kan ik daarvan niet zeggen, Filip, ik heb mijn best gedaan om hem uit ons ziekenhuis te doen verwijderen, maar ik stuitte op onwil en niet te doorgronden invloeden van buitenaf.
We namen die avond afscheid, afscheid van een loyale en bekwame collega en een goede vriend. We wisten, en jij wist, dat het met je ziekte de verkeerde kant uitging  Je hoopte, zei je, op nog vijf jaar.
Je had je neergelegd bij de telbare tijd.

Enkele dagen geleden bezochten we je nog in het ziekenhuis waar men je dreigende verstikking zo goed als mogelijk, maar zeer ingrijpend had proberen te verhelpen. Je zag er goed uit, die namiddag, je was tevreden met je toestand omdat die zo veel erger geweest was dan dat je nu daar zat met die dubbele slang in je rug. Je was rustig en gaf je dochter nog wat raad voor het werk dat ze nog moest doen als ze thuis kwam, werk dat jij zo graag zelf had gedaan.
We hebben je nog eenmaal in ons armen gehouden.  
Je hebt ons met een glimlach uitgezwaaid.

maandag 29 augustus 2011

vrijdag 26 augustus 2011

Oude koeien

Ons huis ligt hier in het landschap omgeven door weiden. Twee keer per dag brengt een stoet melkkoeien bezoek aan het malse gras. Ze hebben een leidster die altijd voorop loopt, de andere vijftig magere moeders, net gemolken, volgen met slome tred. Ze zijn allemaal gemerkt met een plaatje in het linker oor en hebben als uniform een halsband om waarop een barcode staat, die hen in de melkstal moet identificeren. De bende bijt in de gras en maakt het lawaai dat vegetariërs aan tafel  maken tijdens het vermalen van hun dagelijkse portie wortels. Na het bijten vleien ze zich neer in het gras om te herkauwen. Dan weer grazen en plots, na een geheim teken of een gecodeerd commando, sjokken ze achter elkaar met dorstverwekkend deinend uiergezwabber terug naar de melkstal. Onderweg loeien ze- vrouwen ondereen- gezellig wat af. Ze zijn op weg naar hun enig genot: het vacuüm dat hun fierheid mechanisch leegzuigt. Misschien wel hetzelfde gevoel als eindelijk kunnen plassen na een lange autorit.  Decompressie in al zijn vormen.
We staan als goede buren weleens te praten , de boer en ik. Hij heeft steeds een grassprietje in de mondhoek en hij houdt een stok met koperkleurig handvat, het werkinstrument van de fokker, achter de rug.
Hij vertelt over Arthur, de oude stier die in een aanpalende weide bedaard en rustig herkauwend naar al die mooie koetjes ligt te kijken. " Vroeger", zegt de boer, "vroeger was Arthur zo erg potent dat hij soms oude koeien uit de gracht durfde halen."
De boer en Arthur zijn maten, compagnons de route.. De boer voerde indertijd Arthur in de beestenwagen naar de boerderijen waar enkele koeien stonden te wachten om te worden bevrucht, '"Gedekt", zegt de boer, of "bediend".). Ik zeg dat hij daardoor eigenlijk de kat bij de melk zette en zo, geinend en grappend praten we nog wat verder.

Men vertelt  in het dorpscafé, waar men aan de toog veelvuldig oude koeien uit de gracht haalt, dat, terwijl Arthur zijn werk deed en letterlijk en figuurlijk zaad in het bakje bracht, de boer zich wel eens placht te "onderhouden" met de boerin.
Ik ga er wel eens heen, naar dat café. Om in de landelijke sfeer te blijven vertelde ik er aan mijn tooggebuur dat mijn verrekt potente haan deze morgen weggevlogen is om in de supermarkt naar de naakte kippetjes te gaan kijken. 
Vertelseltjes van het platte land...  

donderdag 25 augustus 2011

Beklemming






Het is mij opgevallen dat er in dit huis
geen uitgang is. Zoekend naar tenminste vensters
dwaal ik door het feest.
De heer des huizes is van hout.
Hij kan daar niets aan doen maar
zo ontwijken toch de vele prachtige dames hem.
Er zijn ook bedienden met sluimerende wijnen.
Er zijn ook danseressen.
En sluwe sferen achter de gordijnen.
Maar geen uitgang. –



Frank Koenegracht - Uit: De verdwijning van Leiden (De Bezige Bij, 1989)

dinsdag 23 augustus 2011

Euthanasia, de vroedvrouw van de Dood

Ik vemeldde dat ik gisteren een ontmoeting had met een oude bekende. Deze vriendelijke man is psycholoog met bijzondere belangstelling voor zelfmoord preventie en alles wat met het levenseinde te maken heeft.
Ik stuurde hem volgende mail:

Het was fijn je gisteren te ontmoeten. Wat later zag ik nog je ma en pa op de tribune. Ik had ze lang niet meer gezien maar herkende hen meteen. Wens je broer proficiat met zijn prestatie. Dit was goed werk en ik denk dat ze hem bij Club heel goed hadden kunnen gebruiken.

Je zei me dat je werkt rond zelfmoordpreventie. Ik had je willen iets vragen rond vrijwillige levensbeëindiging.
Ik blijf me verliezen in al de regels en formaliteiten die ontstaan zijn na de acceptatie dat euthanasie mogelijk moet zijn. Zelfs onze huisarts houdt zich op de vlakte en vindt het volgens mij niet nodig om daarover te praten.
Heb jij vanuit je beroepsbezigheden daar beter zicht op ? Bestaat er een brochure of synthese waar alle punten en komma's instaan ?
Je zou me plezier doen me die eventuele zaken toe te sturen of me een link te bezorgen naar de nodige informatie. Voor mezelf zou ik daar zo vlug mogelijk klaarheid willen in scheppen.
Ik hoop dat dit voor jou niet te veel werk is en ben blij dat ik je dat kan vragen.


Hartelijke groet en tot ziens,

Ik kreeg direct antwoord en wil het met jullie delen:


Ook fijn je nog even te zien, was idd lang geleden hé.

Wat je vraag betreft, dit zijn enkele links:

en verder kan je met deze vragen altijd terecht bij de Leiflijn:
en telefoonnummer waar je anoniem terecht kan: 078 15 11 55

Ik weet niet of je hier mee verder kan? Anders geef je maar een seintje!

Groetjes en tot nog eens!