maandag 9 september 2013

Oude wijven

Labuerda,  Aragon, Spanje
Begin september.
Het huisorkest van de Goden weet van geen ophouden.
Het regent oude wijven.
Het gutst.
De hemelsluizen staan open.
Blazen op de plassen.
Riolen gorgelen.
Spuien spuwen.
De hemelsluizen staan open.
Schrek kijkt triest en maakt met zijn armen een beweging die machteloosheid suggereert. " Morgen wordt het beter " zegt hij. "In Spanje schijnt steeds de zon" zegt hij en je kan zien aan zijn aangezicht dat hij het zelf niet gelooft.
Ons devies: er het beste van maken.
Even tussen de vlagen in spurten we naar de wagen. We rijden naar een door Schrek aangeprezen onherbergzame, ongekende, in schoonheid onderschatte, afgelegen vallei in een godvergeten Pyreneeëngat. 
Eénrichtingsbaan vol putten en losgekomen stenen uit de rotswand. De weg is zo smal dat we vanuit de auto de rotsen én de krakkemikkige stootband die ons behoedt voor het ravijn kunnen aanraken. Wildgroei van planten, de brousse in de bergen. Naast ons een woest kolkende rivier die de lucht bezwangert met zijn oorverdovend geraas en bruin kleurt van het meegespoelde slib.
Ik, die enkel bid wanneer ik tandpijn heb, aanroep de Goden, smekend dat geen bliksem een boomstam knakt en ons de weg verspert.
Zij blijft rustig. " Gij zijt toch bij mij", zegt ze. Ik groei.
Hectisch. 
Donder rolt door de kloof.
We voelen dat we leven maar we blijven verder sprakeloos. We voelen ons zo vreselijk klein bij dit losgeslagen natuurgeweld.
Na een  oneindig lijkend circuit van 30 kilometer komen we terug in hotel Turmo. We verlaten de auto en spurten naar de gelagzaal.
Het regent pijpenstelen.
14 u 30. Spaanse etenstijd. Zij neemt de aanbieding van de dag, een goedgevuld bord met gefrituurde inktvisringen, knapperig gebakken worst, kaas uit de streek en gedroogde gerookte dun gesneden beenham. Ze krijgt er brood bij dat werd belegd met look en tomaatjes. Ik krijg heerlijk zachte sepia met een geklaarde botersaus met look en peterselie. We bespoelen het geheel met een koele Rioja, die Schrek met moeite kan ontkurken.  Daarna alle tijd voor een lekkere  koffie. Ik vraag een Izarra, de Pyreneeën likeur bij uitstek, maar Schrek heeft die niet in zijn barkast staan en ik vraag, om hem wat te jennen, een wel voor handen zijnde Chartreuse, uitstekende kruidenlikeur uit de Alpen.
De regen trommelt op onze plastieken terrasstoelen en maakt van de vloer een kleine vijver.
We hebben geen avondmaal meer nodig maar verlangen naar een gezamenlijke roekeloeze duik in Morpheus' armen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten