dinsdag 10 september 2013

Ventjes met een scheve muts


De hemel heeft geen water meer maar de zon durft zich nog niet tonen. De Pyreneeënreuzen steken hun koppen in de mist.  Het is pas 8 uur en zondag maar de toog van hotel Turmo hangt reeds vol druk pratende Spanjaarden. Het ontbijt is prima. Schrek heeft een snipperdag en wordt bij het afrekenen vervangen door een mooie jonge señorita waarmee we gebarentaal moeten spreken.
Mijn elektronische dame rekent dat we iets meer dan 300 kilometer voor de boeg hebben indien we zonder tolwegen Vitoria Gasteiz willen bereiken.
De route loopt over de zuidflank van de Pyreneeën, eerst in de vallei maar uiteindelijk moeten we nog één "Puerto", één bergpas over. Deze biedt serieus weerstand door zijn bochten steil en kort te maken, door nu en dan wat rotsen op de weg te smijten en de modder van de waterstromen van daags voordien niet op te kuisen. Bovendien laat hij toe dat koeien de weg dwarsen of  dat er zich eentje, dom kijkend en met haar rug gekromd, vlak na een bocht staat te ontlasten. Je zou denken dat het beest zich een hoedje zal schrikken wanneer je haar in die promiscue pose betrapt en luid toeterend tot wat spoed aanzet, maar ze verpinkt nog niet en doet rustig voort met wat ze bezig was. Wat verder op staat haar zus een kalf te zogen.
Na de col slingert de weg zich verder tussen heuvels, die zich geen berg meer mogen noemen. Met hun stoppelvelden na de oogst lijken ze op hoge duinen met littekens van tractorsporen. Ook hier weer uitgestrekte velden met zonnebloemen met hangende bloemhoofden en de stelen bedekt met verslensend blad.  
We rijden nu Navarra binnen en naderen Pamplona. In het Baskisch wordt dit Iruna, het is maar dat je het weet. Wil je naar San Sebastian zoek dan de weg naar Donostia. Hier en daar merk je, in teer gebrand of in kalk geschilderd, onverstaanbare slogans die vermoedelijk nog verwijzen naar de vroegere hevige Baskische strijd voor onafhankelijk bestuur, weg van het gehate Madrid.  Het fanatieke ETA, de verboden en ondertussen ontbonden militaire vleugel van de Baskische nationalistische partij heeft veel doden op haar geweten.
Nationalistische waanzin van ventjes met een scheve muts.
Weverkens. 
Via Pamplona rijden we op de autopista naar Vitoria Gasteiz. We vinden bij het binnenkomen van deze Baskische stad het Hotel Palacio de Elorriaga. We krijgen er een rustieke kamer in de tuin en een fantastische maaltijd van korstig aangebakken ganzenlever met artisjok en kaviaar, afgewerkt met fleur de sel en azijn uit Modena. Daarna lamsbout met een sterk gereduceerde, licht gelookte saus met rosemarijn. We proeven een onvergetelijke Rioja Zuazo Gaston, crianza 2009, Baskisch, donkerrood en vol noot en pit.
Vitoria Gasteiz heeft niet zo veel om het lijf. We wandelen over de oude stadsmuren en bekijken wat katholiek erfgoed. Mooie torens, dat wel, maar we zijn geen kenners. Voor 4 euro mogen we  meerijden met het toeristisch treintje. Ik probeer nog wat korting te krijgen voor de derde leeftijd, maar ik spreek geen Spaans en de neringdoener spreekt geen enkele andere taal dan de zijne. Hij begrijpt me niet, - maar even goede vrienden-, en even later dokkeren we in de laatste wagon over de kasseien, langs de musea, in de winkelstraten en door een park waar een orkestje speelt op de kiosk waarrond de Basken dansen. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten