zaterdag 24 september 2011

De wandelende tak



Ik weet haast zeker dat Gigi, ieder jaar op de zaterdag die het dichtst bij 19 maart valt, zijn café in de namiddag sluit om zich samen met zijn buren en zijn vrienden naar de kustboulevard in Spotorno te begeven om naar de doortocht van de wielerwedstrijd Milaan - Sanremo te gaan kijken. Hier, langs de Riviera, valt de Primavera (de lenteklassieker) in zijn definitieve plooi. De tocht van Milaan naar de Ligurische kust is meestal zonder geschiedenis, maar nu, langs de via Aurelia, breekt de hel los.
We besluiten het parcours van deze klassieker te verkennen. Het televisie verslag had vorig jaar zoveel mooie beelden vertoond van de kustbaan en de amandelbloesem dat we van deze tocht de hoofdreden voor onze reis hadden gemaakt.
We gaan dus naar de ondergrondse garage van de Villa Rina om er onze auto te gaan halen. We beseffen echter dat we de sleutels hebben moeten afgeven en gaan die eerst terug vragen aan de toffe dame aan de balie. Die kijkt verbaasd op. " In deze hitte de auto nemen en wat gaan rondrijden?".  We zeggen haar dat we de weg naar Sanremo willen rijden. Ze zegt iets van multi problemas en ze grijpt naar een tenen mandje in een kast. De mand ligt vol bosjes autosleutels. Ze belt iemand op en gaat ons voor naar de garage.
Daar beseffen we ook dat er "problemas" zijn.
De garage gelijkt op het tweede dek van de Herald of Free Enterprise na de scheepsramp in Zeebrugge. Een mozaïek van auto's, veel te dicht tegen elkaar geparkeerd, alle achteruitkijkspiegels ingeklapt. Enkel een wandelende tak kan zich in deze chaos bewegen. Er staan nog 4 wagens op het hellend vlak voor de poort. Na wat zoekwerk met de afstandsbedieningen worden die eerst op de straat gezet. Ze behoren blijkbaar toe aan het hotelpersoneel en het is een kok die zich met het verplaatsen bemoeit.  De dubbele elektrische garagepoort wordt opgerold. Nu verschijnt uit het niets de wandelende tak in de persoon van een graatmagere maghrebijn.  De man identificeert via de afstandsbedieningen die de knipperlichten in werking stelt de andere wagens die ons nog hinderen. Hij glijdt vervolgens in profiel tussen de auto's, wringt zich naar binnen en begint  met ongeziene stuur- en rijmanskunst de garage te evacueren tot wijzelf  onze auto kunnen bereiken. Ondertussen regelt de hotelbazin het gestremde verkeer voor het hotel terwijl ze de mand met de overblijvende sleutels zorgzaam tegen haar weelderige boezem klemt. Het zweet parelt op haar aangezicht. Ze blijft glimlachen naar de toeterende chauffeurs.
Ikzelf, helemaal geen wandelende tak, trek mijn kleren strak en probeer nu ook in de auto te glijden en geleid door de allesrijder rij ik achterwaarts het hellend vlak op. Wanneer ik hem bijna over de tenen rijd steekt hij nog lachend zijn duim omhoog.  Alle wagens worden nu weer de garage ingereden tot de volgende kliënt zich aandient om een ritje te maken en alles kan opnieuw beginnen. We merkten deze morgen bij het ontbijt dat het hotel completo was en dat stond ook vermeld op een bordje bij de balie. Elke hotelgast parkeert zijn auto in de ondergrondse garage. Problemas dus.
De wandelende tak voorzag een drukke dag.
De GPS dame krijgt verlof. Het is praktisch onmogelijk om de verkeerde weg te nemen. Immer rechtdoor zo dicht mogelijk langs de kust blijven. Naar Sanremo is het 86 km ver en overal waar er maar enigszins plaats is staan wagens geparkeerd, staan moto's geparkeerd, staan lange rijen vespa's geparkeerd. De kust zit eivol baders, wandelaars en zonnekloppers. Niemand werkt nog in Italië, iedereen ligt op het strand. De rest loopt ons in de weg, steekt zonder kijken achteloos de weg over of hindert het verkeer door hun auto in een onmogelijk klein parkeergaatje te willen wringen.
Het is snikheet
We bereiken Imperia, het stadje waar de weg plots heel smal wordt en zich tussen de winkelgalerijen wringt. Het stadje ook met de heel mooie yachthaven waar we enkele blinkende cruiseschepen kunnen bewonderen, luxehotels op het water. Met heel veel geluk konden we onze auto parkeren op een plaatsje dat juist vrijkwam nadat ik heel hoofs gestopt was om de dame te laten uitrijden. Ze steekt als dank nog eens de hand op.
Rust en drank aan de kade tussen wit geüniformeerde matrozen en groepen oudstrijders met hun donna's die vandaag in de stad een reünie houden van het zoveelste regiment van de Alpenjagers. Ze dragen allemaal een groen Tirolerhoedje met een fazantenpluim op. Ze zijn nog niet dronken, maar het zal komen, dat zie je zo.
Na een uurtje rijden we verder langs de toch snedige capi, de Mele, de Cervo en de meer gekende capo Berta. Na iedere bocht krijgen we een nieuw prachtig postkaartuitzicht over de zee en de vele kleine dorpjes. Dit moet één van de mooiste routes van Europa zijn.
We naderen nu de voornaamste moeilijkheden van de klassieke wedstrijd, de steile Cipressa en de Poggio di Sanremo. Voor deze twee heuvels moet je de hoofdweg verlaten. Boven op de Cipressa heb je een wonderlijk uitzicht op de Poggio en de stad Sanremo. De Poggio zelf is korter en eigenlijk wel minder steil dan de Cipressa. Hij staat volgestouwd met serre's die de hitte door weerkaatsing nog groter maakt. De afdaling is smal en gevaarlijk en brengt je weer naar de via Aurelia en het centrum van Sanremo.
Wij parkeren zoals de Italianen parkeren. Je laat de auto achter waar geen reglementaire plaats meer is maar waar je denkt dat je niemand zal hinderen om weg te rijden. Op die manier kan je op de meest volle parkings nog je auto kwijt.
Wandelen door Sanremo is op zoek gaan naar de Via Roma en de fontein aan het begin van die laan, al jaren lang de aankomst van de beroemde wielerwedstijd. Een bedevaartplaats. Hier stak Nationale Eddy zeven keer als winnaar de armen in de lucht.
Blij er geweest te zijn.
We eten aan de haven een smakeloze pizza op het terras van een bistro van waar we uitzicht hebben op de overvolle parking waar we onze auto zijn kwijtgeraakt. Indien we toch in de weg zouden staan kunnen we onmiddellijk ingrijpen.
Een wagen met 3 carabinieri parkeert op het zebrapad voor ons terras. De politiemensen stappen uit en gaan doodgemoedereerd een capuccino nuttigen aan de bar en blijven kletsen met de knappe serveerster.
Zo leef je in Italië. Zo verdien je een president als Berlusconi.
We rijden terug naar Spotorno. Alle baders willen tegelijk naar huis. Het is enorm druk op de baan en het blijft loeiend warm, zelfs hier aan zee. Rijden is gevaarlijk. Je wordt omgord door rechts en links voorbijzoemende vespa's. Gelijk wespen komen ze van overal.
" Je moet ogen op je gat hebben" zegt Ze.
Ik parkeer op zijn Italiaans om in een self service wat gekoelde drank te halen.
File.
Villa Rina, Spotorno.
4 auto's op het hellend vlak van de ondergrondse garage.
Geen andere plaats te vinden.
B gaat de bazin halen.
Zij telefoneert en klemt de mand.
De kok verschijnt en verplaatst de auto's.
De garagepoort rolt elektrisch op.
De wandelende tak graait in de sleutelmand, betokkelt de afstandsbedieningen en ruimt een plaats voor onze wagen.
Hij rijdt zelf de Berlingo binnen.
Ik steek mijn duim omhoog naar de lachende bruine bonenstaak.
Nu naar Gigi en zijn tapas.
Bella Italia.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten