Van het eigengereide
naar het merkbare
gaat de beschouwing.
Woorden, gekleurd of niet,
worden sleutels.
Woorden openen de beschouwing,
als messen de huid.
(Naar Hugo Claus' voorwoord bij De Oostakkerse gedichten.)
Altijd weer vinden de doden achterpoorten of keukenramen om door naar binnen te glippen en jonger vlees met hun stuiptrekkingen te bespoken. De mens is een tochtgat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten