woensdag 19 oktober 2011

Endoscopie



Geen voetballers, geen Fransen, geen Yeti meer in de bijna lege ontbijtzaal van het hotel. Het is ook voor ons de laatste keer. We hebben alles al ingepakt en in de wagen geladen. We gaan naar huis en plannen een tussenstop in Frankrijk en waarschijnlijk wordt deze weer gehouden in onze geliefde Jura. Het regent wanneer we nog een laatste blik werpen op het Montrésor Tower hotel. We nemen de tolweg naar Turijn via Milaan, en even voor Turijn de richting van de vallei van Aosta. Deze ruige hoog gelegen vallei wordt omringd door de Alpenreuzen die voor het verkeer een praktisch ondoordringbare barrière vormen. Daar heeft het menselijk vernuft iets aan gedaan en iets is weinig gezegd. Via een opeenvolging van tunnels bereikt de Alpenreiziger een hoog plateau van waaruit de weg splitst naar de tunnel onder de Grand Saint Bernard richting Zwitserland, en naar het kunstwerk onder de Mont Blanc.We hebben veel geluk want er staan slechts 3 wagens voor ons aan de tolhuisjes die de ingewanden van de Mont Blanc bewaken. Het is precies of we een kermisattractie naderen. De wachtplaats ligt aan de voet van de besneeuwde gletsjer en het is er verdomd koud. Er staan groepjes veiligheidspersoneel in oranje overalls te praten bij de reddingswagens en het materiaal van de brandweer. Sedert de ongelukken van enkele jaren geleden zijn er hier een rist veiligheidsmaatregelen getroffen en die krijg je allemaal te zien in een brochure die uitgereikt wordt wanneer je het toegangsticket koopt. 37,5 euro Euro kost een enkele rit door de tunnel die bijna 12 kilometer door de buik van de Mont Blanc gegraven is. Je moet verplicht 50 km per uur rijden, je mag niet sneller rijden dan 70 km per uur en je moet een afstand van 150 meter houden met het voertuig dat voor jou rijdt. Als je te dicht nadert licht er een waarschuwingsbord op aan het gewelf van de tunnel. Ook via de radio krijg je de richtlijnen te horen.
De passage door de tunnel is toch wel indrukwekkend en als een endoscopie een beetje naar. Ik stuur zwijgend en geconcentreerd. Het licht aan het einde van de tunnel is een verlossing en de wegwijzer naar Lyon is als het ware een beloning na de inspanning. Het gaat nu vele kilometers bergaf. In de stromende regen is het wegdek heel gevaarlijk.
We rijden traag maar non-stop door de Haute Jura en beginnen in de late namiddag uit te kijken naar een hotel. Weer valt ons ook op een Logis de France, maar het stemmige hotelletje is volgeboekt en de eigenares belt naar een kennis een dorp verderop. Daar is er nog plaats en de GPS madam krijgt de opdracht ons naar Passerans te helpen. Daar ligt midden de wijnvelden een heel mooi hotel dat we zonder nadenken boeken. De kamer ligt op het gelijkvloers en  heeft een terras dat uitziet op het met ligstoelen omringde zwembad. weinig nuttig want het is koud en het regent pijpenstelen.
We eten ter plaatse in het veel te dure restaurant en drinken veel te dure wijn.
Via Vesoul, Nancy, Metz en Luxembourg rijden we de volgende dag naar Lotenhulle.
Er staat 2662 km op de teller van de Berlingo.
Als we het huis betreden kijken de katten heel even op en slapen dan verder op hun geëigende plaats.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten