zaterdag 31 augustus 2019

Een Friese impressie.

Friesland doet je denken aan Gezelle: overal langs de eindeloze smalle wegen zie je grachten en sloten omringd door het wuivende ranke riet. In een te zoeken ruimte tussen wilg en ruig opgeschoten gras grazen kudden hooggebeende merries met door de wind opgestoten manen. Fuut en gans en zeker de trouwe paren witte zwanen versieren het eendenkroos en de bloeiende waterweegbree. Daarstraks een flits van een snoek, een reiger met een zilvervis in de bek.  Opgelet: de heer der schepping rijdt hier rond met zware tractoren die beerkarren trekken en het parfum van teveel koeien in immense stallen als vruchtbaar makende gierfonteinen over de landerijen uitstorten. De slagschaduw van de windmolens werpt een vreemd ritme over deze vredige benedendijkse velden. In de verte de klokkentoren van een godvrezend en vergeten dorp, twee schuren, stokrozen rond een vervallen monument, een eenzame kauwende geitenbok aan een staak gebonden, zijn ruimte beperkt omwille van zijn hormonale bandeloosheid. Groepen veel te snel fietsende ouderen, vriendelijk zwaaiend naar de traagrijdende automobilist. 
En dan de dijk, immense strakke walling, begraasd en onderhouden door kudden schapen. Geen herder te zien, geen beperking nodig, de grasvelden zijn uitgestrekt en rijk. Ze laten een perfect gazon tussen het IJselmeer en de kleine huisjes. Hier en daar een toegangstrap tot de hoogte. Een uitzicht met zeilboten, een viskotter en krijsende meeuwen. De palingvisser van weleer werd door de kweekfarms verwezen naar de horeca. Wat verbitterd levert hij versgebakken vis aan de toerist die zijn kleine afspanning verkiest boven de toeristenvallen. Een uitloopbaan, zegt hij, en hij ploft zich neer bij onze tafel en doet het verhaal van vroeger. Moest hij meer tijd hebben, dan ging hij naar Den Haag, zegt hij, om daar eens zijn mening te verkondigen over de teleurgang van al wat echt Fries is en over de uitbuiting van de kleine zelfstandige. Ietwat aangedaan trekken we ons terug in de luxe van het Van Der Valk hotel. Op het menu de “Sneekse” proeverij van gerookte paling uit het IJ en garnalen (“echte Hollandse” staat er bij). ”



Geen opmerkingen:

Een reactie posten