vrijdag 2 augustus 2019

Vrouwdier



Vrouwdier snurkt in het hoge gras.
Vrouwdier hurkt voor een grote plas.

Voor Vrouwdier zijn de mannen
welig gerekte planten
waar zij aan ruikt en knabbelt.

en ‘t mannenvolkje brabbelt en daast
over liefde en sterven, daar weten zij alles van, 
terwijl Vrouwdier graast.

Vrouwdier vindt dat alles kan
zolang zij haar maar blijven willen,
haar pasgewassen haar, haar onbeschaamde billen.

Vrouwdier smelt het ijs
in de gedachten.
Vrouwdier doodt de tijd
als men de tijd in haar te gronde rijdt.

Vrouwdier besproeit verblijd
de perplexe gewassen, de mannen,
die kiemen in haar beloofde landen.

Hugo Claus
Uit: Gedichten 1948-1993
De Bezige Bij

Geen opmerkingen:

Een reactie posten