zondag 18 augustus 2019

Mannenlucht

Zal ik zeggen wat het is?
Over hun hele huid ligt iets als een heel heel fijne sluier of een web, zo fijn of hoe heet dat alweer gaasdoek, en zonder het te weten verspreiden zij de hele tijd dat spinsel, onvoorstelbaar fijn, als de kleuren van de regenboog. ‘t Blijft hangen in al wat ze uittrekt. Voet van haar kous. Warme schoen. Korset. Broek: even trappen en die is uit. Goedendag en tot ziens. Ook de kat zit altijd op het bed aan haar onderhemd te snuffelen. ‘k Zou haar geur uit duizend herkennen. Badwater ook. Doet me aan aardbeien met slagroom denken. Waar zou het nu precies vandaan komen? Daarvandaan of van de oksels of van onder de hals. Want het komt uit alle hoeken en gaten. Hyacintenparfum uit olie of ether of zo. Muskusrat. Zakje onder hun staart. Eén korreltje geeft jarenlang geur af. Honden aan mekaars achterste. Goedenavond. Navond. Hoe ruikt het met je? Snuf. Snuf. Heel goed, dank je. Dieren laten er zich door leiden. Tja, als je het zo bekijkt. Wij doen net hetzelfde. Sommige vrouwen, bijvoorbeeld, schrikken je af als ze hun periode hebben. Je komt dichterbij. Krijg je een luchtje waar je van achterovervalt. Iets als? Bedorven pekelharing of. Bah! Verboden op het gras te lopen.
Misschien geven wij een mannenlucht voor ze af. Zoals wat? Onlangs lagen er handschoenen met een sigarenlucht op het bureau van Lange John. Adem? Komt van wat je eet en drinkt. Nee. Mannenlucht bedoel ik. Heeft er vast wat mee te maken want priesters van wie men aanneemt dat ze die zijn anders. Vrouwen zwermen eromheen als vliegen om stroop. Mogen niet bij het altaar maar willen met alle geweld. De boom van de verboden priester. Eerwaarde vader, wilt U? Laat me de eerste zijn die. Het verspreidt zich door het hele lichaam. Doortrekt het. Levensbron. Is toch wel uiterst vreemd, die geur. Selderiesaus.

Uit: ULYSSES
James Joyce
Vert: Paul Claes en Mon Nys
De Bezige Bijk


Geen opmerkingen:

Een reactie posten